NIEUWS
|
|
PROGRAMMA 2024/25
|
|
PROGRAMMA 2025/26
|
|
KAARTVERKOOP |
 |
WIE ZIJN WIJ |
ARCHIEF |
JUBILEUM 100 JAAR |
LINKS |
|
adverteerders: |
|
|
Toelichting Sitkovetsky trio
Claude Debussy (1862-1918) Première Rhapsodie voor pianotrio en klarinet (1910)
Hoewel Debussy genoemd werk beschouwde als “één van de meest beminnelijke stukken die ik ooit heb geschreven” hoort men deze rapsodie voor klarinet en piano vrij zelden in de concertzaal. Waarom? Is het misschien om de korte duur van ruim acht minuten? Ondanks het feit dat Debussy dit stuk in opdracht van het Conservatorium te Parijs schreef als verplicht te spelen werk op het klarinet-eindexamen is het beslist veel meer dan een gelegenheidscompositie. Natuurlijk krijgt de klarinettist gelegenheid alle mogelijkheden op zijn instrument te demonstreren: veel fraaie lange melodische lijnen in het eerste gedeelte, kernachtige staccato-passages in het aansluitende tweede deel. Hierbij wordt het gehele grote bereik van het instrument van zeer laag tot het hoogste register prachtig benut. En dat in een voor Debussy kenmerkende kleurrijke harmonie, waarbij de golvende pianobegeleiding mooi aansluit. Niet voor niets werkte de componist deze partij een jaar later om voor orkest. Een tweede rapsodie is voor saxofoon en orkest.
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975): pianotrio voor viool, cello en piano in e kl.t. (1944)
• Andante - Moderato
• Allegro con brio
• Largo
• Allegretto-– Adagio
Petersburg, Rusland, 1921. Aan het woord is conservatoriumdirecteur en componist Glazounov. “Wij hebben een studiebeurs nodig, voor een nog erg jonge componist, jaargang 1906. Hij heeft mij werk laten zien.” En…hoe is het?” Glazounov: “Vreselijk”. “Waarom dan dit verzoek?” Glazounov: “Ik vind het niet mooi, maar die jongen heeft toekomst. Dmitri Sjostakovitsj. Hij zal een groot musicus worden.”
Sjostakovitsj, uit een toen straatarm gezin met drie kinderen, kreeg zijn beurs, en Glazounov kreeg gelijk. Waarschijnlijk heeft de niet direct vooruitstrevende maar wel vooruitziende directeur met het “vreselijke” werk het eerste pianotrio van de jonge Dmitri onder ogen gehad. Het tweede pianotrio uit 1944 zou, als Glazounov nog had geleefd, evenmin diens goedkeuring hebben weggedragen, maar is wel één van Sjostakovitsj’ sleutelcomposities. Hij schreef het ter herinnering aan zijn beste vriend, Ivan Sollertinsky, muziekwetenschapper, wiens dood de componist hevig aangreep. Het tweede deel, een wat ironisch klinkend scherzo, was volgens Sollertinsy’s zus “een verbijsterend goed portret van haar broer.” De andere delen zijn ronduit tragisch. Men moet beseffen dat in 1944 het afschuwelijke lot van veel Russische Joden in de tweede wereldoorlog bekend werd en Sjostakovitsj sterk emotioneerde. De lange flageolet-passage van de cello geeft het begin van het eerste deel direct iets onwerkelijks en het op het scherzo volgende largo is met zijn sombere piano-akkoorden een soort begrafenismuziek. Maar vooral de lange finale, een Joodse dans op een vers gedolven graf, is bijna ondraaglijk indringend. Muziek die je nog lang bij blijft.
Olivier Messiaen (1908-1992): “Quatuor pour la fin du temps“ voor klarinet, viool, cello en piano (1941)
• Liturgie de cristal
• Vocalise, pour l'Ange qui annonce la fin du Temps
• Abîme des oiseaux
• Intermède
• Louange à l'Éternité de Jésus
• Danse de la fureur, pour les sept trompettes
• Fouillis d'arcs-en-ciel, pour l'Ange qui annonce la fin du Temps
• Louange à l'Immortalité de Jésus
Ook dit werk heeft te maken met de tweede wereldoorlog. Het werd door de lange tijd als boegbeeld van de avantgarde geldende componist Olivier Messiaen geschreven in concentratiekamp Görlitz, Polen.
“In de gevangenschap gaf het gebrek aan voedsel mij gekleurde dromen. Ik zag de engel die het einde der tijden aankondigt in een regenboog van wervelende kleuren.” Aldus een verslag van de componist. Synesthesie, het samengaan van verschillende zintuigelijke indrukken, speelt in veel van Messiaens werk een rol, evenals de op Indiase raga’s geïnspireerde ritmiek en het gebruik van vogelgeluiden.
Net als het trio van Sjostakovitsj is deze aangrijpende compositie een sleutelwerk van Messiaen geworden. De rijkdom en veelzijdigheid van het Quatuor is verbijsterend: de ellende van de 30000 krijgsgevangenen (“Fransen, Polen en Belgen”) in besneeuwde barakken lijkt de componist in deze achtdelige compositie vleugels te hebben gegeven, ondanks de uit nood geboren instrumentale bezetting en de bouwvallige instrumenten (een piano met onwillige toetsen, een cello met maar drie snaren).
Door gebrek aan repetitiemogelijkheden beperkte Messiaen zich soms tot geheel eenstemmige delen zoals de vogelgeluiden van de soloklarinet in deel III (“Abîme des oiseaux”) en ook in de complete kwartetbezetting van de grandioze Indiase swing die “Danse de la fureur” biedt. Deel vijf en het hemelse, eindeloze deel acht zijn lofzangen op Jesus, op de ijskoude première gepeeld door Messiaen zelf als pianist met beurtelings viool of cello. Een verpletterend werk van uitersten, ook qua nuances!
Peter Visser
terug
|